FRUIT IN DE TUIN

Als je maar een beetje ruimte hebt, plant dan ook wat fruitbomen en -struiken. Het duurt soms best een tijdje voor ze vrucht geven maar het is echt de moeite waard. Dit is mijn favoriete lijstje.




- Walnoot. Wordt wel heel groot dus pas op waar je de boom plant. Het is een fantastische boom om te hebben. Van de jonge vruchten kun je in juni al wat plukken en gebruiken om pickled walnuts te maken of walnotenratafia, een killing dranje, pikzwart, maar heel erg lekker. En de noten die in het najaar van de boom vallen kun je het hele jaar nog gebruiken.

- Moerbei. Een moerbei kan heel groot worden maar je kunt 'm ook prima snoeien. De vruchten zijn zo onzettend lekker, je blijft er van eten. En het leuke is natuurlijk dat je moerbeien nergens kunt kopen. Ze zijn namelijk veel te kwetsbaar om te vervoeren. Dat zie je ook aan je handen, armen en kleren als je ze plukt. Het is een bloedbad. Maar oh, wat zijn ze lekker. Bijvoorbeeld in een crumble.

Perzik. Perzik in Nederland? Ja, op een luwe plek met voldoende zon (en even geen strenge winter) gaat dat best. Ik heb het afgelopen seizoen een stuk of dertig perziken van eigen boom geplukt en die waren zoet en sappig en lekker.
Perziken, nectarines en abrikozen bloeien heel vroeg in het seizoen, soms al voor de insecten verschijnen. Bevrucht de bloemen dus zelf door ze allemaal met een zacht kwastje te bestrijken.

Peer. Het lijkt wel of je in de winkel alleen maar Doyené de Comice en Conferenceperen kunt kopen. En de Conferences worden dan vaak ook nog in koelhuizen opgeslagen tot het voorjaar, want ze zijn 'zo lekker lang houdbaar'. Er zijn natuurlijk veel meer rassen, en peren kun je net als appels prima als leiboom planten.

Pruim. Pruimenbomen zijn alom verkrijgbaar. Zoek bij een gespecialiseerde kweker naar een lekker ras. Je eet ze zo of maakt er de heerlijkste taarten, jams en compotes van.

Vijg. Vijgenbomen zijn niet direct makkelijk en soms is het hier gewoon niet warm genoeg voor mooie, rijpe vruchten. Plant een vijgenboom in elk geval in een pot of een kuil die je aan alle kanten met puin, tegels en stenen bekleedt. zo voorkom je dat de boom alleen maar lange, slappe scheuten maakt die weinig vrucht dragen.

Kweepeer. Kweepeerbomen worden niet enorm groot en zijn dus ook geschikt voor de kleinere tuin. Rauw zijn de vruchten niet lekker, maar gestoofd en gekookt juist wel. Ook heel geschikt voor de inmaak. Lekker bij vlees en vooral bij bloedworst en eendenlever.

Bramen. Bramenplanten kunnen zich vreselijk gedragen met enorme hoeveelheden stekelige takken. Maar er zijn ook doornloze soorten op de markt en een braam laat zich prima langs een muur leiden.

Frambozen. Net als bramen kun je frambozen goed leiden langs een muur of hek. Er zijn vroeg dragende en laat dragende soorten. Let erop wat voor soort je koopt, want de snoeiwijze verschilt.

Japanse wijnbes. Het fruit ziet er uit als een kleine, glanzende framboos en smaakt heerlijk zoet. Een heel makkelijke struik en het mooie is dat de vogels de vruchten grotendeels met rust laten. Geeft vruchten op de uitlopers van vorig jaar.

Blauwe bes. Een blauwe bes heeft een blauwe schil en wittig vruchtvlees. Dit in tegenstelling tot de bosbes, die ook blauw vruchtvlees heeft. Blauwe bessen zijn hypergezond en ook nog eens heel lekker. Ze houden van zurige grond dus zet ze in een grote pot met veel turfmolm of maak de volle grond geschikt.

Vlier. Een vlier heb je niet om de vruchten, alhoewel je daar best aardige dingen mee kunt doen. De bloemen van de vlier daarentegen zijn fantastisch en veelzijdig. Je maakt er limonadesiroop van, en vlierbloemchampagne. Je kunt de bloemen meebakken in pannenkoeken of tempura frituren. En je maakt er vlierbloemwodka mee. Heerlijk. Bovendien is de vlier een makkelijke boom/struik waar je geen omkijken naar hebt.